De meeste gegevens over therapie bij IBD zijn verzameld in populaties tussen 20 en 60 jaar.
Door stijgende prevalentie groeit het aantal patiënten met IBD ouder dan 60 jaar. Deze patiënten hebben vaker co-morbiditeiten dan jonge IBD-patiënten. Toch nemen de gemiddelde directe ziektekosten voor IBD per patiënt af.
Boven de 60 jaar verandert het beloop van IBD: Het ziektebeloop wordt gemiddeld milder en minder actief. Dat vertaalt zich in minder behoefte aan biologics, immunosuppressiva en operaties vanwege fulminante of refractaire IBD. IBD-klachten hebben steeds meer te maken met intestinale schade ontstaan in voorgaande periodes.
Geneesmiddelen als thiopurines en anti-TNF veroorzaken bij deze patiënten meer bijwerkingen zoals lymfoom, huidkanker en infecties.
Overweeg daarom anti-inflammatoire therapie te minimaliseren en richt voornamelijk op een goed veiligheidsprofiel en, indien mogelijk, een chemopreventief effect.
Van de conventioneel gebruikte middelen is mesalazine bij uitstek geschikt. Weeg af of – op basis van voorgaand ziektebeloop – bij oudere patiënten met colitis ulcerosa en eventueel de ziekte van Crohn geswitcht kan worden naar standaardtherapie met mesalazine.
De redactieraad van IBD onPlay heeft deze animatie op basis van klinische inzichten praktische toepasbaarheid in combinatie met recente inzichten uit de literatuur, waaronder richtlijnen, samengesteld. De inhoud is bedoeld voor educatieve en informatieve doeleinden en heeft niet de intentie richtlijnen te vervangen of een eenduidig advies te geven in individuele situaties. Niets uit deze animaties mag op welke wijze dan ook gekopieerd worden zonder dat de redactieraad daar vooraf schriftelijk toestemming voor heeft gegeven. Deze animaties zijn in samenwerking tussen de redactieraad en FourCorners tot stand gekomen en mogelijk gemaakt door Ferring B.V.
Vind je het leuk wat je ziet? Deel met een vriend.